Geschiedenis

Overgrootvader Leendert van Tol was een veehandelaar uit het Zuid-Hollandse Hazerswoude. Zoon Leendert van Tol, de opa van Leen, begon daar een slagerij. Hij had een groot gezin met maar liefst 6 dochters en 8 zonen. Een aantal zonen hadden voor het slagersvak gekozen. Marinus van Tol (de vader van Leen) werkte eerst als bottelier bij de Mariniers maar wilde daarna zijn eigen slagerij beginnen.

In 1958 vestigde hij zich met zijn vrouw Annie en kleine Leentje in het dorp Zevenhuizen, onder de rook van Rotterdam. Een bestaande slagerij met woonpand, mooi gelegen aan het Kanaal, wisselde van eigenaar en Rien en Annie werkten samen hard om een goedlopende slagerij op te bouwen. Al in 1961 was Rien van Tol een van de eerste slagers die lid werd van de Vereniging van Keurslagers, en van heinde en verre kwamen in de begin jaren 70 andere slagers de voor die tijd moderne koelruimten en koelapparatuur bewonderen.

Er werd nog een zoon geboren en toen de jongens ook beiden kozen voor het slagersvak werd het tijd om uit te breiden. Een tweede slagerij in Rotterdam Zuid (Riederlaan) en een derde in Rotterdam Ommoord (Hessseplaats).

Toen Rien en Annie welverdiend met pensioen gingen, werd de slagerij in Zevenhuizen in 1993 verkocht en nam Leen een slagerij over in het naburige Nieuwerkerk a/d IJssel. Broer Dirk koos voor de winkel in Ommoord.

In 2004 wilde Leen zijn horizon verbreden, verkocht hij de winkel en heeft hij daarna veel ervaring opgedaan in andere slagerijen: van scharrelslagerij tot grootwinkelbedrijf. Rond 2011 begon hij toch weer te verlangen naar een eigen stek en het liefst weer een dorpsslagerij, Via via hoorde hij dat de slagerij van Adrie en Coby Dorst te koop stond. Er was meteen een “klik” met de familie Dorst. En van meet af aan voelde Mijnsheerenland prettig en vertrouwd aan.